Moederbiest en alternatieven
Een lam wordt, anders dan de mens, zonder antistoffen geboren. Een lam krijgt geen antistoffen van het moederdier tijdens de draagtijd. Als een lam geboren wordt, dient het zo snel mogelijk, en het liefst binnen 6 uur na de geboorte, biest te krijgen. De antistoffen die het lam binnenkrijgt zorgen voor de passieve immunisatie. Na ongeveer twee weken maakt het lam zelf antistoffen aan, wat men actieve immunisatie noemt.
De biest die het lam krijgt komt meestal van het moederdier. De antistoffen in deze biest verdedigen het lam tegen ziekten die voorkomen in de leefomgeving van het moederdier. Door het geven van de biest van het moederdier is er kans op overdracht van ziekten, zoals paratuberculose en CAE. Daarnaast is er kans op besmetting met paratuberculose en CL uit andere omgevingsfactoren, zoals stro, mest en andere dieren.
Gezien het lam geen antistoffen bezit, is het erg gevoelig voor dergelijke ziekten en dat kan leiden tot ziekte en sterfte. Om dit te voorkomen wordt het lam direct na de geboorte apart gezet en krijgt het biest met een fles of een sonde.
Welke biest is goed?
Moederbiest
Er zijn diverse keuzes met betrekking tot biest. Men kan biest geven van het moederdier. Alhoewel daar enkele nadelen aan kleven is dit de beste keuze. Als een bedrijf vrij is van paratuberculose, CAE en CL kan men deze keuze maken. Echter, er is altijd een kans op besmetting en dat kan flinke gevolgen hebben voor de lammeren.
Waar men ook rekening mee moeten houden is de kwaliteit van de biest (uitgedrukt in gram antistoffen per liter). Deze kan sterk wisselen per seizoen en per dier. De biestkwaliteit is afhankelijk van vele factoren, waaronder het rantsoen en de leeftijd van het moederdier.
Koeienbiest
Als er geen moederbiest voorhanden is dan wordt er vaak koeienbiest gebruikt. Koeienbiest van de eerste melking, direct verkregen van een koeienboer, heeft het nadeel dat de kwaliteit erg kan variëren. Met name biest van vaarzen heeft meestal een te laag gehalte aan antistoffen. Bovendien kan rauwe koeienbiest ziektekieme